3de pijler: pensioensparen en langetermijnsparen
Naast uw wettelijk pensioen en een aanvullend pensioen via uw werkgever of vennootschap, is het ook mogelijk om zelf een aanvullend pensioenkapitaal op te bouwen. Dat kan op twee manieren: via het pensioensparen of via het langetermijnsparen.
Pensioensparen:
U hebt de keuze tussen 2 stelsels:
- U stort maximaal € 1 050 (in 2025). Uw belastingvoordeel bedraagt dan 30% op de premie. Met andere woorden, u kunt via uw pensioensparen maximaal € 315 terugverdienen via uw belastingaangifte.
- U stort meer dan € 1 050 en maximaal € 1 350 (in 2025). In dat geval bedraagt het belastingvoordeel 25% op de premie. Uw maximale fiscale voordeel bedraagt hierbij dus € 337,50. Kiest u voor dit stelsel, dan zal uw eindkapitaal hoger liggen dan in het stelsel hierboven (omdat uw stortingen hoger liggen).
U kunt in het kader van pensioensparen ook kiezen hoe uw premies geïnvesteerd worden. Ofwel kiest u voor een formule die u een gewaarborgd rendement oplevert, eventueel aangevuld met een winstdeelname (ook wel tak 21 genoemd). Ofwel kiest u voor een formule waarbij het rendement afhangt van één of meerdere onderliggende beleggingsfondsen (tak 23). In dat laatste geval loopt u een zeker beleggingsrisico. Het is belangrijk dat uw verzekeringsmakelaar samen met u uw beleggingsprofiel bepaalt en u vervolgens een voorstel doet dat hierbij aansluit.
Langetermijnsparen:
Via het langetermijnsparen kunt u maximaal € 2 530 storten in 2025. Hoeveel u precies mag storten, hangt af van uw inkomen. Uw verzekeringsmakelaar berekent uw maximale premie. Uw belastingvoordeel bedraagt 30% op de premies. U kunt dus maximaal een belastingvoordeel van € 759 krijgen.
Net zoals bij het pensioensparen kunt u ook bij het langetermijnsparen kiezen tussen tak 21 en tak 23.